Op 11 november 2024 heeft de rechtbank Noord-Holland (Haarlem) een uitspraak gedaan over de volgende casus. Cliënt, een sleepvaartbedrijf, verzorgt het transport van drie pontons/bakken met behulp van twee sleep-/duwboten. Het samenstel bestaat uit een voorop varende sleepboot, die twee sleepdraden heeft uitstaan op drie met touwen aan elkaar gekoppelde bakken, waaraan een sleepboot met duwsteven is vastgemaakt. De voorboot (600 pk) sleept de bakken; de achterboot (340 pk) gebruikt haar vermogen om de bakken te duwen en assisteert ook verder bij het vervoer. Om u een beeld te schetsen:

De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) stelt zich op het standpunt dat de achterboot en de drie bakken een duwstel vormen. Het samenstel van de achterboot en de bakken beantwoordt immers aan de definitie van 'duwstel' in de Binnenvaartregeling, te weten een "hecht samenstel van schepen, waarvan ten minste één is geplaatst voor het schip met motoraandrijving dat dient voor het voortbewegen van het samenstel, dan wel voor de beide schepen met motoraandrijving die dienen voor het voortbewegen van het samenstel." In de opvatting van ILT speelt de voorboot hoogstens een assisterende rol.

Het sleepvaartbedrijf stelt daartegenover dat sprake is van slepen, met assistentie van de achterboot. Het voert daartoe onder meer aan dat de voorboot, met haar grotere vermogen, een veel groter aandeel heeft in het voortbewegen van de bakken dan de achterboot.

Maakt dit wat uit? Ja, want als de uitleg van ILT juist is dat sprake is van een duwstel, dan was in dit geval niet de voorgeschreven minimumbemanning aan boord. De bemanning bestond uit een schipper op sleepboot A en een schipper en stuurman aan boord van sleepboot B. Volgens ILT had sleepboot B bemand moeten zijn met minimaal een schipper, een stuurman, een matroos en een lichtmatroos, een bemanning die in dit geval voor een duwstel is voorgeschreven. ILT heeft het sleepvaartbedrijf wegens onderbemanning beboet en zo kwam de zaak aan het rollen. Voor sleepdiensten is het van belang om te weten hoeveel bemanningsleden er voor een transport als dit nodig zijn, al was het maar om een juiste prijs voor het transport te kunnen bepalen? En: als dit geen slepen maar duwen is, heeft dat ook andere gevolgen, bijvoorbeeld voor de seinvoering van de schepen en de in acht te nemen vaarregels.

In haar uitspraak durft de rechtbank de vraag of dit nu slepen of duwen is niet definitief te beantwoorden. Als we alleen naar de tekst van de regel(s) kijken, dan kan ILT worden gevolgd in het standpunt dat met het gebruikmaken van het motorvermogen van de achterboot sprake is van voortbewegen en met de positie van de achterboot achter één van de duwbakken, voldaan is aan de definitie van een ‘duwstel’. Anderzijds, zo overweegt de rechtbank verder, als we naar de praktijksituatie kijken, dan kan het sleepvaartbedrijf worden gevolgd in het standpunt dat de rol van de voorboot moet worden betrokken bij de boordeling of er wel van een duwstel sprake is. Het samenstel bestond immers niet alleen uit de achterboot en de bakken, maar ook uit de voorboot, die bovendien een 'gezaghebbende' positie binnen het samenstel had. Je kunt de voorboot, zoals ILT doet, niet buiten beschouwing laten, aldus de rechtbank.

Toch draait de rechtbank de boete terug. Juist omdat de regels onduidelijk zijn. Als het voor degene die zich aan de regels moet houden niet duidelijk is of dit samenstel al dan niet een duwstel is, dan kun je diegene niet beboeten op de grond dat het een duwstel is en dat het onderbemand is, zo vat ik het oordeel heel kort samen. Een beginsel van ons recht is dat vooraf duidelijk moet zijn of een gedraging strafbaar is en welke sanctie opgelegd kan worden. Die duidelijkheid ontbreekt hier.

Hoewel de rechtbank niet oordeelt dat het óf slepen óf duwen is, heeft haar uitspraak wel tot gevolg dat we dit samenstel (ook) als slepen / sleepvaart kunnen zien. Immers, zo lang niet duidelijk is dat dit samenstel, of een onderdeel daarvan, een duwstel is, kan er geen boete worden opgelegd op de grond dat niet aan de regels voor een duwstel is voldaan. Zo bezien dus toch duidelijkheid: het is duidelijk dat de regels onduidelijk zijn en het is duidelijk dat het in dit samenstel transporteren van bakken (ook) niet per definitie duwen is en dus ook als slepen kan worden gekwalificeerd.

Wellicht gaat ILT in hoger beroep.

Mogelijk worden de regels gewijzigd en wordt duidelijk(er) vastgelegd dat dit samenstel een duwstel is dat aan de daarvoor geldende regels moet voldoen. De wijze waarop dit transport is uitgevoerd, wordt zeer breed in de binnenvaart als slepen gezien. Maar praktijk en regels kunnen veranderen, ook door veranderende inzichten.

Peter van Dam
november 2024

Kunnen wij u
ergens mee helpen?