Stuwadoorsschade (3)
Bij belading of lossing ontstaat wel eens schade aan het vervoermiddel dat wordt beladen of gelost. Enkele aspecten van dergelijke stuwadoorsschades behandel ik in een aantal publicaties. De focus ligt op schade aan binnenschepen, maar voor stuwadoorsschades aan vrachtwagens, trekkers en opleggers geldt in principe hetzelfde. Allereerst de positie van de stuwadoor.
In deel 1 hebben we de grondslag besproken van een aanspraak op de stuwadoor tot vergoeding van stuwadoorsschade, namelijk onrechtmatige daad. In deel 2 ging het over de maatstaf die wordt aangelegd om te beoordelen of een stuwadoor (een kraanmachinist of remote operator) een fout heeft gemaakt.
deel 3: bewijslast
Allereerst dient voldoende concreet te worden gesteld waaruit de aan de stuwadoor verweten onzorgvuldigheid bestaat, bijvoorbeeld een te snelle manoeuvre van de kraanmachinist of het niet goed aanslaan van de last. Omdat de stuwadoor in de regel bestrijdt dat een fout is gemaakt, rust op de scheepseigenaar (en/of de in zijn rechten gesubrogeerde verzekeraar) de last te bewijzen, dat de stuwadoor wel degelijk onzorgvuldig gehandeld heeft. Die bewijslast is zwaar, bijvoorbeeld omdat getuigen kunnen ontbreken of deze niet de hele toedracht vanuit de stuurhut hebben waargenomen of kunnen waarnemen.
In één, al meer dan 35 jaar oude, uitspraak werd een schadelijdende partij (een eigenaar van beschadigde containers) tegenover een stuwadoor expliciet te hulp geschoten door het hanteren van een vermoeden. In dat arrest hield de door de rechtbank aan de containereigenaar gegeven opdracht te bewijzen dat de stuwadoor een fout had gemaakt geen stand. Volgens het hof leverden de vaststaande feiten een – voor tegenbewijs vatbaar – vermoeden op dat de schade aan de containers is veroorzaakt door een aan schuld te wijten onrechtmatig handelen aan de zijde van de stuwadoor; deze werd toegelaten de afwezigheid van schuld aan haar zijde door getuigen te bewijzen. Die vaststaande feiten hielden 'slechts' in dat bij de lossing van het zeeschip "Isla del Atlantice" te Rotterdam een drietal containers beschadigd waren geraakt door de val van een stalen dekluik tijdens een hijsmanipulatie, die werd uitgevoerd door personeel van de stuwadoor. Deze uitspraak heeft echter geen (zichtbare) navolging gevonden.
Uit de enkele zaaksbeschadiging is niet zonder meer onrechtmatig handelen af te leiden. Mijn pogingen om de rechter een bewijsvermoeden te laten hanteren, zoals in de zojuist genoemde uitspraak, slagen (nog) niet. Zo overwoog de rechtbank Rotterdam in een zaak dat de enkele omstandigheid van beschadiging (van het stuurhuis) bij de lossing, of de omstandigheid dat het schip eerder vele malen schadevrij is gelost, niet meebrengt dat daarom (het bewijs van) een onrechtmatige gedraging van de kraanmachinist behoudens tegenbewijs dient te worden aangenomen.
Een verlichting van de zware bewijslast lijkt met name te moeten komen van de waardering door de rechter van het bijeengebrachte bewijs, waarbij soms heel voorzichtig toch bepaalde vermoedens lijken door te klinken of wat meer nadruk lijkt te liggen op een (on)deugdelijke betwisting van een gestelde schadetoedracht, zonder dat expliciet in de bewijslastverdeling wordt ingegrepen. De rechter kan bijvoorbeeld op grond van alle feiten en omstandigheden meer waarde hechten aan verklaringen van scheepszijde dan aan verklaringen van stuwadoorszijde. Bij de bewijswaardering kan gewicht toekomen aan het feit dat het – stilliggende – schip is geraakt door een – bewegende – last of – bewegend – laad- of losgerei. Ook kan, volgens nog een uitspraak van het hof Den Haag, een rol spelen dat niet blijkt dat de kraanmachinist zich voldoende ervan heeft vergewist dat de spreader bij het ophalen daarvan niet achter het ruim zou geraken, dat een standpunt van de stuwadoor dat sprake is van onvermijdbare schade onvoldoende feitelijk onderbouwd is en dat het verweer van de stuwadoor dat de redelijkerwijs van haar te vergen zorgvuldigheid in acht is genomen, in het licht van overige feiten en omstandigheden onvoldoende gemotiveerd is.
Kortom: bewijs leveren van een fout van de stuwadoor is lastig, maar niet onmogelijk.
Peter van Dam, februari 2022